Bij het bakken kom je verschillende soorten begrippen tegen. Soms zijn ze niet altijd allemaal even duidelijk. Daarom hier makkelijk op een rijtje wat veelvoorkomende begrippen.
Eiwitgehalte: Het eiwitgehalte in bloem wil zeggen hoe groot het percentage eiwitten in de bloem is. Het eiwitgehalte is belangrijk voor het doel waar je de bloem voor gaat gebruiken. Ga je bijvoorbeeld koekjes of cake bakken? Gebruik dan Zeeuwse bloem, dit heeft een laag eiwitgehalte. Bij het bakken van een brood gebruik je gewone tarwebloem.
Au-bain-marie: Au-bain-marie betekent letterlijk in het bad van Marie. Marie was een alchemist die voor haar chemische processen een geleidelijke verwarming nodig had. Je maakt met au-bain-marie gebruik van een pan met heet water. Hierboven heb je een andere pan of kom die in de stoom hang van de pan met water. Het is belangrijk dat de bovenste kom niet het water raakt. Door de stoom van het kokende water, verwarmt hetgeen in het bovenste kommetje langzaam aan. Je gebruikt au-bain-marie vaak voor het smelten van bijvoorbeeld chocolade.
Kerntemperatuur: De kerntemperatuur is de temperatuur gemeten in het midden van het product. De kerntemperatuur kun je makkelijk meten met een digitale braadthermometer. Je steekt de thermometer in bijvoorbeeld je cake. De thermometer geeft nu digitaal de temperatuur aan.
Blind bakken: Blind bakken doe je meestal als je een taartbodem wilt bakken. Je wilt dan ervoor zorgen dat de bodem mooi egaal blijft. Dit doe je meestal met deeg zoals bladerdeeg of zanddeeg. Je bedekt de bodem van je taartvorm met het deeg. Hier bovenop doe je iets van gewicht. Bijvoorbeeld erwten, knikkers, bonen of speciale blindbakbonen. Doe eventueel tussen deeg en het gewicht een stukje bakpapier.
Geleermiddel: Een geleermiddel is een stof die ervoor zorgt dat een vloeistof opstijft. Dit kan met verschillende soorten stoffen. Bijvoorbeeld met geleiblaadjes, die zijn vaak gemaakt van dierlijke grondstoffen. Natuurlijke alternatieven zijn agar-agar en agaranta.
Pil: Een pil maken is een term uit de banketbakkerij. Wanneer ergens staat: ‘’Maak een pil met een dikte van 5 cm.’’, dan betekent dit dat je een ronde sliert maakt met een doorsnede van 5 cm.
Semolina: Semolina is een ander woord voor griesmeel. Semolina is de Italiaanse naam, Semoule de Franse, Irmik Turks en Smida is Arabisch voor griesmeel. Griesmeel ontstaat bij het zeven van het meel. Na het zeven ontstaan er zemelen, griezen en bloem. Meestal wordt het gries hierna gepoetst door een griesmeelpoetsmachine. Bij het griesmeel wat wij verkopen, wordt dit niet gedaan. Hierdoor is onze griesmeel voller van smaak.
Type Tarwebloem: Er zijn verschillende soorten types tarwebloem. Dit heeft te maken met het eiwitgehalte, het uitmalingspercentage en de bakaard van de tarwebloem. Ook zijn er verschillende benamingen voor dezelfde soort bloem. Dit komt omdat ze in elk land een andere benaming hebben. Hieronder in de tabel vind je een overzicht.
